Kleurenspel

2011 / 24 augustus : TekstHeks

Ik heb iets met kleuren. Vooral felle kleuren. In de kleding die ik draag zijn altijd minstens één of meer felle kleuren terug te vinden. Liefst in combinatie met zwart, dan komt het nog beter uit. Ook houd ik van knallende kleurencombinaties, zoals oranje met groen of turquoise met paars, of nog liever paars met rood, lekker gewaagd. Ik houd wel van een beetje provoceren.

In mijn klerenkast is alle kleding op kleur gesorteerd en in regenboogvolgorde opgehangen. ‘s Morgens hoef ik alleen maar de deuren open te schuiven om mijn favoriete kleuren voor die dag te kiezen. Van elke kleur heb ik meerdere exemplaren, zodat ik nooit misgrijp, ook niet als ik twee dagen achter elkaar dezelfde kleur wil dragen. Niets is frustrerender dan ‘s morgens wakker te worden in een kalme serene stemming en alleen vlammend rood in de kast aan te treffen, of een sombere regenachtige dag te willen opvrolijken met knaloranje terwijl de kast voornamelijk gevuld is met grijs en donkerblauw.

Maar mijn liefde voor kleuren blijft niet beperkt tot kleding. Zo liggen de vruchten op mijn fruitschaal soort bij soort en kleur bij kleur. Als mijn oog toevallig op een verdwaalde sinaasappel valt die zich stiekem tussen de appels heeft genesteld rust ik niet voordat ik hem weer op de juiste plek heb gelegd, tussen zijn oranje soortgenoten. In de groentela van mijn koelkast liggen de groene groenten bij elkaar, apart van de rode, die op hun beurt weer naast, maar niet tussen, de gele groenten liggen. Wit is geen kleur heb ik altijd geleerd, en daarom probeer ik witte groenten zoveel mogelijk te mijden. Ik word niet vrolijk van bloemkool, en ben altijd blij wanneer het aspergeseizoen weer voorbij is. Aardappels eet ik bij voorkeur in de schil, en zuurkool zal bij mij nooit op tafel komen.

Dit lijkt nog betrekkelijk onschuldig, maar mijn kleurenmanie is door de jaren heen in steeds meer aspecten van mijn leven doorgedrongen. Mijn servies staat op soort en kleur gerangschikt in de kast, en zelfs mijn boeken hebben hun lot niet ontlopen en staan per kleur gerangschikt op de planken. Moderne pockets doorlopen vaak de hele regenboog en zijn daardoor moeilijk te plaatsen. Een argeloze bezoeker die zijn favoriete titels wil opzoeken komt bedrogen uit; alleen ikzelf ken de boeken goed genoeg om te weten dat ‘Dubliners’ van James Joyce een gele kaft heeft en dus naast ‘Het huis met de geesten’ van Isabel Allende staat. ‘Het gouden ei’ van Tim Krabbé mag daar nog naast staan, maar ‘De grot’ van dezelfde auteur staat naast ‘Het noodlot’ van Louis Couperus want die is groen. Witte boeken zijn voor mij eigenlijk taboe, maar daar heb ik iets op gevonden: een stukje gekleurd kaftpapier eromheen en ze kunnen op hun plek in de kast bij hun soortgenoten van dezelfde kleur. Waarom ik dat dan niet bij alle boeken doe, hoor ik u denken. Dat is tegen mijn principes. Kleur is kleur. Ik ga een rode tomaat toch ook niet groen verven om hem vervolgens tussen de sperziebonen te leggen?

Toen ik onlangs koffie wilde zetten en het daarvoor bestemde glazen koffiekannetje iets te hardhandig op het aanrecht zette, brak het spontaan in stukken. Nu moet ik even iets uitleggen over mijn manier van koffiezetten: dat doe ik namelijk al jaren door middel van een glazen kannetje met filter, dat ik eerst van een paar schepjes gemalen koffie voorzie waar ik vervolgens heet water op schenk. Het grote voordeel van glas is dat het doorzichtig is en daardoor ‘neutraal’ van kleur, en ik het dus overal in de kast kan neerzetten, zonder conflicten met andere kleuren. Aangezien het blik waarin ik koffie bewaar zeer bont gekleurd is voorkomt dit verdere problemen.

Nu echter mijn jarenlang gekoesterde koffiekannetje gebroken was, besloot ik dat het eindelijk eens tijd werd om een echte koffiemachine aan te schaffen, zoals de meesten van mijn vrienden intussen al bezaten: zo’n apparaat waar, na toevoeging van een capsule, met één druk op de knop een heerlijk sterk vers gezet kopje koffie uitrolt. Met of zonder assistentie van George Clooney. Zolang hij maar neutraal gekleed is in een zwart of grijs pak mag het.

Zodoende begaf ik mij naar de winkel, waar de ene koffiemachine nog harder stond te blinken dan de andere. Even stond ik mijzelf toe een verlangende blik te werpen op de glazen koffiekannetjes die in het schap ernaast stonden, maar besloot tenslotte dat het tijd werd om volwassen te worden en over te schakelen op het moderne capsuledrinken. Ik koos voor een zwarte uitvoering. Zwart is, net als grijs, wit en doorzichtig, neutraal van kleur en kan daardoor makkelijk met andere kleuren gecombineerd worden.

Helaas was de zwarte uitvoering niet op voorraad en moest besteld worden. ‘We sturen u bericht zodra hij binnen is’, beloofde de winkelmedewerker, en ik ging koffie-loos de winkel weer uit. De daaropvolgende dagen bracht ik in halfslapende toestand door, tot op een morgen de machine werd geleverd. Als trotse capsuledrinker-in-spé opende ik de doos, om tot mijn verbazing en schrik te ontdekken dat er geen zwarte maar een rode machine uit kwam. En als ik rood zeg bedoel ik rood: vlammend rood, zoals een stoplicht in de nacht. Dat kon niet! De plaats waar het apparaat zou komen te staan was op het aanrecht, dat van hout was, dus bruin, en tussen de blauwe broodrooster en de groene kruidenplantjes in. Rood was daar geen optie.

Ik inspecteerde de doos om te kijken of er ook een labeltje op zat dat de kleur aangaf, en waaruit zou blijken dat de fabrikant zich vergist had, en toen zag ik het doosje. De meegeleverde capsules. Ik kon mijn ogen haast niet geloven toen ik zag dat deze allemaal verschillend van kleur waren! De fabrikant had van alle verschillende smaken een voorbeeld meegegeven. De capsules bij elkaar opbergen zou voor mij een onmogelijke opgave worden. Langzaam zeeg ik op de keukenvloer neer en sloot mijn ogen.

U begrijpt het al: de machine is naar de winkel teruggekeerd en ik heb in plaats daarvan een nieuwe glazen koffiekan, met zwart filter en zonder capsules, aangeschaft. Elke ochtend, wanneer ik genietend een slokje van mijn mok gloeiend hete vers gezette koffie neem, kijk ik met voldoening de kamer rond. Kleur bij kleur lachen alle voorwerpen mij toe. Zo moet het zijn, en niet anders.

DETLEVSKI