Schoen op de hak

2011 / 26 september : TekstHeks

Gina, een vriendin van mij, werkt in een schoenenwinkel. En niet zomaar een schoenenwinkel: ze werkt bij Betsy Palmer. De droom van iedere vrouw. Nu ja, van de meeste vrouwen. Ik zelf heb niet zoveel met schoenen. Voor mij moeten schoenen goed zitten, ze moeten lekker lopen en het liefst moeten ze er ook nog een beetje leuk uitzien. Dat dat meestal niet samengaat blijkt wel uit de inhoud van mijn schoenenkast, die bestaat uit een allegaartje van mooie maar onpraktische hoge hakken en minder fraai ogende stevige stappers. Mijn dagelijkse voorkeur gaat meestal uit naar een paar sportschoenen. Neutraal, modieus in hun soort en comfortabel.

Toen Gina indertijd haar baan kreeg aangeboden kon ze haar geluk niet op. Haar droom kwam eindelijk uit: werken tussen de schoenen. De winkel stond haar personeel toe de te verkopen waar ook zelf te dragen en wekenlang liep ze in de nieuwste en kekste modellen rond en stak mij en haar andere vriendinnen de ogen uit. Dat werken in een schoenenwinkel ook minder comfortabele kanten heeft realiseerde ze zich na een tijdje. Als je in een winkel werkt die schoenen verkoopt met hakken van minstens 10 centimeter hoog kun je het je niet echt permitteren daar op je teenslippers of je oude afgetrapte gympen rond te lopen. Dus stond ze elke morgen voordat ze de deur uitging nog snel haar elegante hakken op te poetsen en brak soms bijna haar nek als ze daarmee haastig de trap af rende.

Het dragen van hoge hakken is niet mijn hobby. Er langdurig op lopen is niet comfortabel, maar ook fietsen met hakken is een enorme uitdaging. Ten eerste zijn de zolen gewoonlijk spekglad, zodat je voeten telkens van de trappers af glijden en je blij mag zijn dat je fiets handremmen heeft zodat je voet niet net op het moment suprême wegglijdt en je nog een paar meter doorrolt, met alle gevolgen van dien. Plotseling stilstaan is er sowieso niet bij, omdat dan je tenen worden afgekneld. Op een natte straat glijdt je bijna altijd uit. En zodra je een voet aan de grond zet worden je tenen nat. In geval van regen kun je je schoenen het beste gewoon uitdoen en in je tas stoppen en op blote voeten verder fietsen onder het motto ‘nat worden mijn voeten toch wel’. En hopen dat er geen glas of andere scherpe voorwerpen op de straat liggen natuurlijk. Gina liet zich door deze ongemakken niet tegenhouden en fietste elke morgen naar haar werk.

Op een ochtend stond ze haar jas nog uit te trekken toen er aan de deur van de winkel werd gerammeld. Ze was een beetje aan de late kant, omdat ze op het laatste moment had bedacht dat ze nog een paar schoenen van de winkel thuis had liggen die terug moesten en ze die nog moest poetsen. Met alle stoplichten tegen was het fietsen niet opgeschoten, en nu was ze nog maar net binnen en had haar jas nog niet eens uit, laat staan dat ze al tijd had gehad om koffie voor zichzelf te zetten, en daar stonden de eerste klanten al voor de deur. Haar collega had zojuist gebeld dat ze wat later zou komen vanwege een lekke band. Ook dat nog, nu moest ze in haar eentje de voorraden aanvullen en de klanten helpen, en het zag er naar uit dat het een drukke dag zou worden.

‘Ja ja, ik kom eraan,’ riep ze, terwijl haar ene hand in de mouw van haar jas bleef steken. Ongeduldig rukkend aan haar mouw liep ze, haar jas achter zich aanslepend, in de richting van de winkeldeur. En vergiste zich in het afstapje. Het volgende moment lag ze languit op de grond. Auw! Toen ze haar pijnlijke ledematen weer enigszins gefatsoeneerd had en probeerde op te staan realiseerde ze zich dat de hak van haar linkerschoen was gebroken. En dat de mouw van haar jasje was uitgescheurd. Ze vloekte hartgrondig. Dat jasje was haar lievelingsjasje. Zo’n mooi onverslijtbaar echt leren jasje dat waanzinnig lekker zat en overal bij paste. Een jasje dat al jarenlang haar vaste metgezel was. En waarvan je een gescheurde mouw niet zomaar even met naald en draad onzichtbaar kon herstellen. Geeveedee! Maar erger nog dan de schade aan het jasje was de gebroken schoenhak. De schoenen kwamen namelijk uit de nieuwe collectie van de winkel en waren bedoeld om verkocht te worden. Zelf kon ze ze zich niet veroorloven, de prijs lag ver boven haar budget. Bovendien, wat had ze aan een schoen zonder hak?!

Ondertussen hoorde ze opnieuw gerammel aan de deur. De klanten! Die was ze in de consternatie helemaal vergeten. De deur was nog op slot en het was al bijna half 10! Gauw krabbelde ze overeind, deed beide schoenen uit en haastte zich op blote voeten naar de deur. Nauwelijks had ze de deur van het slot gehaald of de eerste klant stond al binnen. Zonder ook maar enige aandacht te besteden aan de valpartij die ze ongetwijfeld door het winkelraam heen gezien moest hebben, of aan het feit dat de verkoopster barrevoets liep, stevende ze op de toonbank af.

‘Ik heb een klacht,’ begon ze meteen, zonder zelfs maar te groeten. Zuchtend begaf Gina zich naar de toonbank. ‘Zegt u het maar,’ zei ze, niet bijzonder vriendelijk. ‘Vorige maand heb ik deze schoenen gekocht, maar ze passen me niet,’ zei de klant. ‘Ze zijn me veel te klein, kijk maar,’ en ze lichtte demonstratief haar geschoeide voet op en legde die op de toonbank. Gina keek ernaar. Ze zag haar schoen. Dat wil zeggen: ze zag dezelfde schoen waarmee zij vijf minuten eerder een doodsmak had gemaakt, maar dan met de hak er nog aan en een maatje of twee kleiner. Waarom dachten vrouwen toch altijd dat ze vanzelf slanker zouden worden als ze een maat te klein kochten? Met schrik bedacht Gina dat de maat die de klant zocht, háár maat was. Háár schoen, de schoen met de gebroken hak, was de schoen die de klant zou moeten hebben.

‘Ik heb dit model niet meer op voorraad, ik zal ze moeten bestellen,’ zei ze, zich enigszins schuldig voelend. Ze wist dat de klant geen nee zou accepteren. De klant gromde, maar had weinig keus. ‘Morgen kom ik terug,’ riep ze dreigend bij het weggaan. De winkeldeur knalde achter haar dicht als een kanonschot. Toen de klant eenmaal weg was haalde Gina opgelucht adem en inspecteerde opnieuw de schade. Er waren weinig alternatieven; ze zou de schoen naar de schoenmaker moeten brengen, hopend dat deze de gebroken hak er weer aan kon lijmen. Ze stopte beide schoenen in haar tas en trok een paar niet al te nieuw uitziende sportschoenen, die ze nog had liggen, aan en begaf zich naar het keukentje om koffie te zetten. Op dat moment kwam haar collega binnen.

‘Wat mij nou is overkomen,’ riep de collega al bij het binnenvallen, en begon een heel verhaal over lekke banden en overijverige politieagenten. Het kon Gina niet echt boeien maar ze was al lang blij dat zo de aandacht werd afgeleid en niet naar haar schoenen zou leiden. ‘Kan ik zo even weg?’ vroeg ze een beetje gejaagd. ‘Wat doen?’ vroeg haar collega verbaasd. ‘Ehhh, ik ben ongesteld geworden en heb geen tampons bij me,’ loog Gina. ‘Ik heb al koffie gezet, je hoeft jezelf alleen maar in te schenken.’ ‘En wie vult de voorraden dan bij?’ riep haar collega nog, maar ze was al de deur uit, haar tas met de schoenen erin onder haar arm geklemd.

Eenmaal bij de schoenmaker aangekomen wachtte haar nog meer pech: de hele toonbank stond bomvol met kapotte schoenen die overduidelijk nog gerepareerd moesten worden. De schoenmaker zelf stond er met een gefrustreerd gezicht naar te kijken. ‘Mijn collega is er vandoor en ik sta er alleen voor. Ik kan niets beloven, al deze schoenen staan nog te wachten.’ ‘Kunt u de mijne echt geen voorrang geven?’ vroeg Gina wanhopig, ‘Mijn klant wacht erop.’ ‘Ik zal kijken wat ik kan doen maar zoals ik al zei: beloven kan ik niets.’

De rest van de dag ging tergend langzaam voorbij, maar vlak voor sluitingstijd werd het ineens erg druk zodat ze niet eerder weg kon en haar kans om de schoenen nog dezelfde middag op te halen was verkeken.

Toen Gina de volgende ochtend in haar koffiepauze langs de schoenmaker ging stonden tot haar grote vreugde de schoenen, gerepareerd en wel, al op haar te wachten. Ze bedankte de schoenmaker en betaalde en haastte zich weg, terwijl de schoenmaker haar nog achterna riep dat ze voorzichtig moest zijn omdat de lijm nog nat was. Ze haastte zich naar de winkel, waar haar collega stond te mopperen omdat ze er alweer tijdens werktijd tussenuit was geknepen en de winkel vol wachtende klanten stond. Met name één klant begon erg ongeduldig te worden, en tot haar grote schrik herkende ze de klant van gisteren. En ze had de gerepareerde schoenen nog in haar tas! Hoe zou ze die ongemerkt uit haar tas kunnen moffelen? ‘Ik kom zo bij u,’ riep ze naar de klant en haastte zich met haar tas naar achteren. Haar collega was met een andere klant bezig en had gelukkig niets in de gaten.

Even later kwam ze terug met in haar hand triomfantelijk het paar schoenen dat de klant ‘besteld’ had. Het gezicht van de klant klaarde op. De schoenen pasten precies en zagen er uit als nieuw. Het modderspatje dat ze er de vorige dag per ongeluk op had gemaakt had ze snel weggepoetst toen ze ze uit haar tas haalde. Niemand zou vermoeden dat deze schoenen een uur daarvoor nog bij de schoenmaker hadden gestaan. ‘Zie je nou wel, zo moeilijk was het toch niet,‘ zei de klant. Zelf zei ze maar niets. Als dat mens nou maar gauw ophoepelde, ze had haar portie voor vandaag wel weer gehad. En eindelijk zag ze de winkeldeur zich dan achter de klant sluiten.

Net haalde ze opgelucht adem en wilde zich naar achteren begeven om even bij te komen met een vers kopje koffie, toen plotseling buiten geschreeuw klonk gevolgd door het geluid van piepende remmen en de doffe klap van op elkaar botsende auto’s. Even later gierden de sirenes van een ambulance door de straat. ‘Wat zou er ...’ begon ze, maar haar collega was de deur al uit om te kijken wat er aan de hand was, dus had ze weinig keus en bleef in de winkel om de overgebleven klanten te helpen.

Na tien minuten was haar collega weer terug. Ze zag er bleek en ontdaan uit en hield iets in haar hand, het leek wel een steen. ‘Vrouw gevallen ... niet meer ontwijken ... frontale botsing,’ was het enige dat ze kon uitbrengen. Pas toen zag Gina wat haar collega in haar hand had: het was de hak van de schoen die diezelfde ochtend nog door de schoenmaker was aangezet.

DETLEVSKI